De moestuin in mei: alles is mogelijk!

Over het algemeen is mei de maand waarin het warmer wordt, er af een toe een bui valt, waardoor alles wat al in de moestuin gezaaid is ineens heel hard gaat groeien. Nu ziet de moestuin er nog kaal en donker uit, over een paar weken wordt de  moestuinjungle weer zichtbaar. Én er is veel te doen in de moestuin in mei, dus let’s go!

Over het algemeen is mei de maand waarin het warmer wordt, er af een toe een bui valt, waardoor alles wat al in de moestuin gezaaid is ineens heel hard gaat groeien. Nu ziet de moestuin er nog kaal en donker uit, over een paar weken wordt de  moestuinjungle weer zichtbaar. Én er is veel te doen in de moestuin in mei, dus let’s go!

Binnen voorzaaien

Het is weer tijd om je vensterbanken vol te zetten met voorzaaisels. Pompoenen, courgettes, komkommers, augurken, dat werk. Na half mei (IJsheiligen, na deze datum is de kans op nachtvorst vrijwel verkeken) kunnen ze ook direct in de volle grond worden gezaaid, maar met binnen voorzaaien heb je wat meer controle. Verhuis je ze vervolgens naar buiten als het al echt lekker is qua temperatuur, dan geef je je planten een mooie start. Naar buiten verhuizen doe je het best in etappes: afharden. Dus gedurende een dag of 5 tot 7 zet je de planten steeds iets langer buiten, zodat ze wennen aan de nieuwe omstandigheden. Zijn ze eenmaal gewend dat zet je ze op hun definitieve plek in de moestuin. 

Deze groenten houden echt niet van vorst, dus zet ze niet voor half mei buiten. Herken je dat jij ook steeds de weerberichten in de gaten houdt, als echte moestuinier? En dat je je steeds moet aanpassen aan de omstandigheden? Mooie les in flexibel zijn, dat moestuinieren!

Naast de pompoenen, courgettes en komkommers is mei ook het moment om bonen voor te zaaien. Waarom voorzaaien? Bonen ontkiemen goed rond de 21 graden. Als het kouder is dan dat, komen ze niet zo goed op en zijn kwetsbaar. Vinden de slakken heerlijk! Het werkt fantastisch als je ze binnen voorzaait. Ze komen vlot op en groeien als kool, ehm bonen. Zijn ze eenmaal een centimeter of 8 hoog, dan kunnen ze naar buiten. Veel bonenplanten worden gemakkelijk 2 meter hoog. Dus zet ze bij een klimrek, dan kunnen ze zich daaraan vasthouden. 

Zomergroenten

Je tomaten, paprika’s, aubergines en pepers kun je na IJsheiligen ook buiten planten. Eerst hard je ze af gedurende 5 tot 7 dagen, en dan zet je ze op een goeie plek. Houd zo’n 40 centimeter ruimte tussen de planten, ze kunnen soms erg uitdijen. En zet een stok of klimspiraal bij de tomaten, ze gaan behoorlijk de hoogte in. Deze groenten hebben veel zon nodig, en houden niet van regen op hun kop. Dat maakt ze ook kwetsbaar voor de Phytophthora schimmel, een echte naarling voor tomaten en ook voor aardappels (zet tomaten en aardappels dan ook niet dicht bij elkaar, dan kunnen ze elkaar besmetten). Een afdakje van lichtdoorlatend materiaal is ideaal om het je tomatenplanten optimaal naar de zin te maken. 

Zaaien in de volle grond

In mei kun je naar hartenlust van alles direct in de volle grond zaaien. Houd er wel rekening mee dat als je nu 10 kroppen sla zaait, je op enig moment ook 10 kroppen sla tegelijk moet oogsten. Als je slaminnende buren hebt, is dat geen probleem. Maar als je zelf langer wilt genieten van je zelfgekweekte sla, dan is het een goed idee om gespreid te zaaien. Elke 2 weken een paar kroppen sla zaaien zorgt voor een voortdurende aanvoer van sla, zonder dat het je neus uitkomt. Dat geldt natuurlijk voor alle groenten: je kunt nu ook steeds weer nieuwe porties radijs, rucolo, bietjes, wortel etc. zaaien. 

Eten uit de moestuin

Verwacht je lekker veel te kunnen oogsten uit je moestuin, en voorzie je dat je veel gezonde maaltijden gaat maken, dan is een beetje inspiratie wellicht op z’n plaats. 

Er zijn allerlei boeken te vinden die je daarbij kunnen helpen. Bijvoorbeeld Zaai, oogst en eet van Jo Whittingham  of De Moestuin van Mme Zsazsa van Kim Leysen en Dorien Knockaert.

En wil je een poging wagen om je oogst langer te bewaren? Dan wil je wellicht leren inmaken of fermenteren. Bijvoorbeeld met behulp van Over rot van Meneer Wateetons of Tsukémono van Peter van Berckel.